Initiatieven die bijdragen aan de doelstellingen van de omgevingsvisie juichen we toe. We nodigen initiatiefnemers uit om hun plannen en ideeën met ons te delen. We denken mee met initiatiefnemers om hun idee te realiseren, maar stellen kaders als dat moet. We regelen niet meer dan nodig is en staan open voor ruimere regels die meer toelaten. Maar we gaan het nu niet ineens helemaal anders doen.
Zo vinden we het bijvoorbeeld belangrijk goed na te denken over waar we wel of geen nieuwe woningen toestaan en welk type woningen er dan ontwikkeld moeten worden. Een ander onderwerp waar we duidelijke regels aan meegeven is de energietransitie. We kiezen zorgvuldig waar we kunnen ontdekken en leren van het stellen van minder regels en ruimere normen, op basis van de opgaven die voor een gebied of een thema zijn geformuleerd.
We werken meer vanuit de behoefte van de samenleving. Daarom vinden we participatie belangrijk. Per traject bepalen we wat past en welke rol we pakken. Bij initiatieven en projecten is de initiatiefnemer aan zet. In sommige gevallen zijn wij dat. In ieder geval nemen wij de regie bij planvorming. We zorgen dat de kaders voor initiatiefnemers én inwoners helder en navolgbaar zijn. Daarom letten we extra op de communicatie over het proces én de resultaten van een participatietraject. We hechten waarde aan het actief betrekken van onze inwoners bij de ontwikkeling van de leefomgeving.
Kostenverhaal en financiële bijdrage aan ruimtelijke ontwikkelingen
Bij het uitvoeren van projecten van initiatiefnemers maakt de gemeente kosten voor openbare voorzieningen bij de ontwikkelingen van een gebied. Deze kosten betaalt de initiatiefnemer. Hiervoor leggen we in principe afspraken vast in een (anterieure) overeenkomst met deze initiatiefnemer. Lukt dit niet, dan kunnen we (nu nog) met een exploitatieplan de kosten alsnog (achteraf) verhalen. Een exploitatieplan voorziet in een publiekrechtelijke borging van het kostenverhaal. Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet (Ow) vervalt de term grondexploitatie en daarmee ook het exploitatieplan. De Omgevingswet spreekt over ‘kostenverhaal’. Dit kostenverhaal vindt zijn basis in het publiekrecht. Het publiekrechtelijke kostenverhaal wordt/is geïntegreerd in het omgevingsplan, het projectbesluit of de omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit. De term grondexploitatiekosten wordt/is vervangen door kosten die gemaakt zijn voor werken, werkzaamheden en maatregelen.
Financiële bijdrage aan ruimtelijke ontwikkelingen: wetscontext
Bijdragen aan ruimtelijke ontwikkelingen hebben betrekking op maatschappelijk belangrijke functies, zoals natuur, recreatie, landschap, een evenwichtige woningvoorraad en infrastructuur. De Wet ruimtelijke ordening biedt met artikel 6.24 de mogelijkheid om daarvoor anterieur een financiële bijdrage te vragen van initiatiefnemers als deze ontwikkelingen in een structuurvisie zijn opgenomen. Bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet treden artikelen 13.13 en 13.22 Ow in de plaats van artikel 6.24 Wro. De aangewezen ontwikkelingen waarover een overeenkomst kan worden gesloten staan in artikel 8.20 van het Omgevingsbesluit (Ob).
Naast deze minnelijke variant (artikel 13.22 Ow) krijgen de financiële bijdragen in de Omgevingswet ook een publiekrechtelijk afdwingbare variant (artikelen 13.23 en 13.24 Ow).
In een omgevingsvisie of programma moet een nadere onderbouwing worden gegeven over de wijze waarop met de financiële bijdragen wordt omgegaan. Wij kiezen er voor om dit te doen in de herziening van de Nota Grondbeleid, dat we onder de Omgevingswet aanmerken als Programma Grondbeleid. Hiermee kunnen we namelijk concreter invulling kunnen geven aan de financiële bijdragen en brengen we tevens alle aspecten die met grondbeleid en bijdragen te maken hebben onder in één samenhangend document.